Hoe maken we iets van de toekomst?

We leven in een prestatiemaatschappij. Voor diegene die dat nog niet wist, bij deze. Al vanaf jonge leeftijd wordt er van ons geëist bovengemiddeld te presteren op school en het liefst ook de sportvelden, daarbij keuzes te maken die onze carrière stap voor stap aan banden legt en vervolgens behoren we ook nog extra initiatieven te nemen om de wereld te laten zien wat we zelfstandig in onze mars hebben, een bloemrijk sociaal leven te onderhouden en bovenal laten zien hoe gelukkig we zijn. Alles moet beter, sneller, ambitieuzer. Zonder visie, ben je bij voorbaat al afgeschreven. Op internet probeert iedereen zich met hangen en wurgen van hun beste kant te laten zien, terwijl de kleerscheuren keurig netjes verborgen blijven achter onschuldige emoji’s. ‘Kijk mij nou (gelukkig zijn)!’ schreeuwen we allemaal tegelijk. Het vormt een ruis, dat samen met het geluid van de avondspits weerkaatst en wegsterft tegen de torenhoge kantoorpanden en carrièreladders.

Mensen branden zichzelf op met een tunnelvisie gericht op hun carrière, worden geveld door een onbegrepen burn-out en zijn ongelofelijk verslaafd geraakt aan bevestiging, sociale rangordes en ambitie. De drang om jezelf te bewijzen is groter dan ooit. Deze wereldwijde vraag is nog net niet in hoofdletters geschreven maar danst in vele hoofden rond: hoe maken we iets van de toekomst?

Laat mij mezelf voorstellen. Ik ben Dionne Zwier, inmiddels zeventien jaar en voel me een zodanige wijsneus, dat ik besloten heb deel te nemen aan de schrijfwedstrijd van ‘ik schrijf’. Want, ik schrijf. Heel graag zelfs. En daarbij sprak de titel van de schrijfwedstrijd mij aan. Nog veel erger zelfs. Ik ben Dionne Zwier, zeventien jaar, zit in mijn examenjaar van het VWO en daarbij ben ik niet bang om mijzelf te laten zien. Ik word vaak als ambitieus, daadkrachtig en vooruitstrevend omschreven en daar ben, was, ik enorm trots op. Ik begon namelijk in de brugklas met een mavo-advies en wist me, zonder dat het me extra jaren gekost heeft, op te werken tot het VWO. Tijdens deze bewogen schoolcarrière nam ik veel initiatief: zo organiseerde ik voor de klas een succesvolle tulpenactie om geld op te halen voor onze eindreis – wat zich geëvolueerd heeft tot een groot voorbeeld- en startte ik samen met mijn gymdocent het allereerste Olympic Moves team van onze school: ik organiseerde wedstrijdkleding, de selectie zelf, maakte afspraken met een sportclub om daar mijn trainingen te mogen geven en regelde het vervoer. Daarnaast voetbalde ik en maakte ik op mijn vijftiende mijn debuut in het volwassen vrouwenvoetbal: in de hoofdklasse landelijk. Tussen de vrouwen van een jaar of 24 wist ik mijn mannetje te staan en ook dit zorgde ervoor dat ik op vele vlakken hoge ogen gooide.

Goed gelezen, ik schreef dat ik voetbalde. Ik schreef dat ik trots was. Ik ben inmiddels gestopt met voetballen, doordat ik me flink had overtraind en zodanig geconfronteerd werd met vormverlies, dat ik niet meer met zelfvertrouwen en plezier naar de club kon gaan. Ik stopte, met iets wat de afgelopen acht jaar mijn vurige passie is geweest. Ook op school ging het na mijn overstap naar mijn laatste twee jaren bergafwaarts. Ik was ambitieus, werkte, deelde een sociaal leven en raakte verslaafd aan de flow die succes en waardering met zich meebracht. Zo verslaafd, dat ik mijn nachtrust opgaf en wekenlang na twaalven naar bed ging, om rond zessen mijn dagelijkse race tegen de klok weer voort te zetten. Ik liep achter de feiten aan, maar met een zodanig goed gevoel, dat ik pas veel te laat op de rem kon gaan staan. Een depressie gevolgd door burn-out verschijnselen riep me een halt toe. Tot hier en niet verder: tijd om op te laden. Tijd om teleur te stellen.

Op dit moment belandde ik in een complexe, emotioneel beladen en vooral heel frustrerende fase waarin ik heel hard tegen mijzelf aanliep. Ik krijg bij lange na niet meer voor elkaar wat ik een jaar geleden met twee vingers in de neus deed en een groot gevoel van faalangst steekt de kop op. Mijn ambitie, daadkracht en schreeuw naar succes zijn tot een punt gekomen, dat het me verlamd heeft en nu in de steek laat. De vraag hoe ik nu nog iets van de toekomst ging maken, werd mijn hoofdgedachte. Aangenaam, ik ben Dionne Zwier. Wedden dat dit ook jou bekend voorkomt?

Hoe ga ik in vredesnaam nog wat van de toekomst maken? zoals ik al zei, het was de hoofdgedachte die mij verlamd heeft en nog steeds geregeld haar gezicht laat zien. En na een lange periode van nadenken, huilen en worstelen, heb ik het antwoord, naar mijn idee, gevonden. Ik weerhoud hem je dan ook niet.

In deze fase van zelfbezinning heb ik voornamelijk geleerd mijzelf los te maken van wat anderen van je vinden. Ik was zo extreem bezig met het leven vanuit een extrinsieke motivatie, dat ik leefde zonder mezelf en me niet eens meer bewust kon zijn van wat ík nou eigenlijk wilde, voelde, waardeerde en was. Ik leefde voor de verwachtingen van anderen. Ik leefde niet met succes, maar vóór succes.Het maakte me gelukkig, zo dacht ik. Ik leefde in de klauwen van de prestatiemaatschappij. En zo velen met mij.

Want op het moment dat ik tot stilstand kwam, ontdekte ik pas wat mijn leven nou daadwerkelijk waardevol maakte. Dat waren niet de grote successen die ik bereikte en de momenten dat mensen vol lof over mij spraken; maar de momenten dat ik samen met mensen was die mij waarderen om wie ik ben, niet om wat ik deed. De nachten waarin ik zonder enige druk naar de sterren kon kijken, de nachten die ik samen met hen huilend van het lachen volmaakte, tot de eerste vogels de volgende dag weer inluidden met voorzichtig gezang.

De momenten dat we rebels een lesuur oversloegen om in de stad te gaan ontbijten, maar ook de momenten dat je door de bomen het bos niet meer ziet, alleen maar kunt huilen en je realiseert, dat er altijd een arm is die om je heen gelegd wordt. Stemmen zijn die je steun betuigen en zielen zijn die alleen maar heel erg blij zijn met jouw pure wezen en bestaan. Dat de tijd zijn loyale telling tot zestig vastberaden volhoudt en je laat zien dat alles wat er zo gevaarlijk hard aan zat te komen, net zo hard weer voorbij gaat. En als je daarin roemloos ten onder ging, het niet het einde van de wereld betekende. Al vergeet ook ik dat soms nog wel eens.

Hoe maken we iets van de toekomst?

Realiseer je, dat je in ons huidige bestaan maar weinig invloed kunt hebben op dé wereld, op dé toekomst, maar daarentegen heel veel invloed kunt hebben op jóuw wereld, jóuw toekomst en met een beetje geluk ook die van de mensen om je heen. Je maakt pas echt wat van je leven, als je ook daadwerkelijk durft te leven. Je gevoelens durft te voelen, je emoties durft te ervaren, je open durft te stellen voor alles wat er zich om je heen bevindt. Durf jouw keuzes zo te maken, dat je met een glimlach kunt terugkijken op je verleden en met een opgeheven hoofd de toekomst tegemoet kunt zien: niet zo, dat de mensen om je heen naar je kunnen kijken met een glimlach en jouw toekomst met opgeheven hoofd tegemoet gaan zien, terwijl jij met alle kracht die je nog bezit de tranen en de pijn probeert te onderdrukken die succes met zich meebrengt. Zorg dat jij de keuzes maakt, voordat de keuzes jou maken. Pas dan, ben je klaar om iets te maken van het fenomeen wat zich ‘de toekomst’ noemt. Zelfs, mét succes.

[Dit essay verscheen eerder in de IKschrijf (http://www.ikschrijf.com) essaywedstrijd en werd beloond met de aanmoedigingsprijs]

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.